Wat mis jij het meest in je leven in Nederland?

Gepubliceerd op 12 oktober 2024 om 20:05

Tussen verdrietige gezichtjes en hoopvolle gesprekken

Een blik in mijn dagelijkse rit met Oekraïense kinderen naar school

Bijna twee jaar rijd ik nu elke schooldag een groep Oekraïense kinderen van hun opvanglocatie naar school. Wat begon als een praktische taak, is inmiddels uitgegroeid tot een diep menselijke ervaring die me dagelijks raakt.

Elke ochtend zie ik ze weer instappen: kleine, dappere gezichten. Vaak verdrietig, soms met tegenzin. Sommige kinderen moet ik geruststellen of zelfs troosten voordat we überhaupt kunnen vertrekken. Het went nooit — maar het verbindt wel.

Tijdens de rit probeer ik altijd een gesprek aan te knopen. Niet alleen om de taal te oefenen, maar vooral om hen te laten voelen dat ze gezien worden. Eén van de kinderen, een jongen die lang weigerde Nederlands te spreken omdat hij dolgraag terug wil naar Oekraïne, begon onlangs voor het eerst kleine zinnen in het Nederlands te zeggen. Een klein moment, maar van grote betekenis.

Soms stel ik eenvoudige vragen om te peilen hoe ze zich voelen. Laatst vroeg ik: "Waar woon je liever: in een huis of op Blokker?"
Zijn antwoord kwam direct: “In een huis.”
Toen ik vroeg waarom, zei hij: “Dan kan ik slapen. Dan heb ik mijn eigen plek.”

Deze kinderen zijn moe. Letterlijk. Velen vertellen dat ze graag om 21.00 uur naar bed willen, maar dat het niet lukt door geluidsoverlast in het gebouw waar ze verblijven. Buren maken lawaai, er is onrust in de gangen, en écht tot rust komen lukt nauwelijks. In de auto dommelen ze soms even weg — daar vinden ze een moment van stilte. Van veiligheid. En dat is zó kostbaar.

Wat me steeds weer raakt, is hoe deze kinderen zich staande proberen te houden in een vreemd land, ver weg van alles wat vertrouwd is. Ze moeten omgaan met nieuwe regels, andere gewoontes, en vaak zonder hun vaders die zijn achtergebleven. Hun leven speelt zich af in tijdelijke opvangplekken, die zelden écht prettig of kindvriendelijk zijn. In zekere zin leven ze in een soort modern kamp — veilig, misschien, maar verre van thuis.

De mooiste oplossing zou zijn dat ook deze gezinnen uitzicht krijgen op een echte woning. Een plek van rust, van eigenheid. Misschien is dat nog een droom. Maar ondertussen probeer ik in mijn auto een ander stukje van integratie te bouwen. Niet door lessen te geven, maar door het voor te leven: met aandacht, met respect, en door normen en waarden mee te geven die in onze samenleving belangrijk zijn.

Want normen en waarden zijn geen ouderwets concept — ze zijn het erfgoed van álle culturen.
Juist daarin ligt verbinding, als we die met elkaar durven delen. Veel misverstanden ontstaan namelijk niet uit onwil, maar uit onbekendheid. Zoals het spreekwoord zegt: "Wat niet weet, wat niet deert."
Maar misschien is het tijd om dát om te keren: maak hen bekend met wat ons wél deert.

Zo bouwen we bruggen. Niet alleen tussen school en opvang, maar tussen werelden, harten en toekomstdromen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.